Het kernpunt is leren, iedere dag weer (Interview met Phil Allen)

 

Phil Allen (46) is inmiddels al 18 jaar de swingcoach van de met afstand beste golfer van Nederland, Joost Luiten. Maar Phil doet meer, hij coacht talentvolle jeugd en staat met zijn golfacademy klaar voor iedere golfer die de ambitie heeft om beter te worden. De Nederlandse Golfkrant was benieuwd naar de verschillen tussen het coachen van een Tourspeler en een amateur.

Door: Kees Jan Stel

Wat is het grote verschil tussen een Tourpro en een amateur?

Phil Allen: Vooral kennis. Tourpro’s zijn continue bezig met beter worden, zitten de hele tijd in een competitieve omgeving en horen en zien zo heel erg veel. Maar het kernpunt is leren en verbeteren. Iedere dag weer. Weet wie je bent, weet wat je kan en weet hoe je eigen biomechanica werkt. Daarbij is een flink stuk bescheidenheid belangrijk, zodra je denkt dat je er bent wordt je in deze sport meteen afgestraft. Het proces gaat altijd door, je bent er nooit.

 

Kun je een Tourpro nog wel wat leren?

Phil Allen: Zeker, je moet alleen de zaken niet te ingewikkeld maken. Bewaar vooral de eenvoud in de uitleg. Plus, als coaches moeten we onszelf niet al te belangrijk maken. Dat Joost weet hoe hij een golfbal moet slaan is denk ik wel duidelijk. Maar door continue te werken aan de swing en kleine dingen direct aan te pakken wordt de swing wel steeds constanter. En dat is waar het op de Tour om gaat. Ik werk met Joost veel met video. Hij stuurt die dan na een sessie naar me op en samen halen we dan eventuele foutjes eruit. Het is eigenlijk een soort continue bijsturen. 

Wat maakt jou een goede club- én Tourcoach?

Phil Allen: Eigenlijk kan ik daar maar één antwoord op geven: Passie! Ik had zelf niet de financiële mogelijkheden om op de Tour te kunnen spelen, maar als coach kan ik mijn passie net zo goed kwijt. Op deze wijze kan ik ook laten zien wat ik kan, alleen stel ik dat nu in dienst van anderen. 

Hoe coach je een speler als Joost Luiten?

Phil Allen: Ha, dat zou je aan Joost zelf moeten vragen! Van belang is dat we elkaar volledig vertrouwen en geen geheimen voor elkaar hebben. Kijk, je moet je als coach altijd aanpassen aan de speler, hij moet zich prettig voelen om goed te kunnen presteren. We houden ons bij toernooien vooral bezig met simpele dingen, checken, controleren, bijsturen. En de caddie is belangrijk, een goede caddie houdt dingen simpel en strak, de speler moet niet teveel reden krijgen om na te gaan denken tijdens de ronde. Wat ik verder in de praktijk doe is alle relevante statistieken analyseren, deze met hem overleggen en veel vragen stellen. Op reis zie ik hem niet veel, meestal eenmaal in de drie weken, maar in de winter hebben we meer tijd om intensief samen te werken. Gelukkig heeft Joost een heel goede swing, het beste is als hij er niet te veel over gaat nadenken.

Wat is het verschil tussen het lesgeven op de Tour en gewoon op de club?

Phil Allen: Op de Tour maak je lange dagen, dat is een ding wat zeker is! Maar dat is helemaal niet erg, eigenlijk alleen maar leuk. Verder praat ik als coach niet zo heel veel. Veel beginnende of onervaren coaches praten heel veel, proberen op die manier belangrijk te zijn. Maar zo werkt het volgens mij niet. De Tour is eigenlijk een groot circus. Veel verwende mannen, er is heel veel geld, veel luxe, het maakt  het er soms niet makkelijker op, je moet je daar niet teveel door laten afleiden.

Hoe ziet een wedstrijddag voor jullie eruit?

Phil Allen: We beginnen altijd met putten, proberen de snelheid van de greens te voelen, we praten dan veel, alles zo ontspannen mogelijk. Daarna gaan we naar de driving range, in volle routine ballen slaan naar specifieke doelen. Vervolgens terug naar de putting green en direct door naar de eerste tee. Gedurende deze routine zijn er geen technische aanwijzingen. Alles is gericht op het spelen van de ronde.

Waar zou Joost nog beter in kunnen worden?

Phil Allen: In veel dingen, zoals elke speler eigenlijk. Maar zijn golfswing is heel goed, hij is een van de beste ijzerspelers op de Tour. Ook zijn drives zijn heel constant. Het korte spel kan altijd beter, daar zijn we ook druk mee bezig, daar zou hij wat minder na moeten denken. Maar ik denk dat zijn beste jaren nog moeten komen.

Search